e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
straatbezem stoepbezem: Zie tekening:2 (midden)  schtoebaezəm (Geleen), schtoepbaezəm (Geleen) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
straatgoot zijp: ziep (Geleen) een geul langs de weg waarlangs afvalwater kan wegstromen [N 90 (1982)] III-3-1
straf geven straf geven: sjtroaf gève (Geleen), straffen: sjtroave (Geleen) straf geven [SGV (1914)] || straffen [SGV (1914)] III-2-2
strafschop penalty (eng.): Karte 171.  penalty/penanty (Geleen) Elfmeter (im Fussballspiel). III-3-2
straling ruimte: rȳmtǝ (Geleen) Straling of trekking in het pand door een te kleine vulling of doordat het binnenwerk te klein staat. [N 59, 95] II-7
strekijzer ijzeren schoor: īzǝrǝ šǭr (Geleen  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), schoor: šǭr (Geleen  [(Maurits)]   [Zwartberg, Waterschei]) IJzer voorzien van haak en klem om metalen ondersteuningen in een mijngang tegen verschuiven te verankeren. [N 95, 365; N 95, 416; monogr.] II-5
streng strang: sjtrang (Geleen), štraŋk (Geleen), streng: sjtreng (Geleen) Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] || niet toegevend, weinig vrijheid veroorlovend, stipt oordelend volgens wet of voorschrift [strak, streng, hard] [N 85 (1981)] II-7, III-1-4
streng (bn.) strang: sjtrang (Geleen) streng (bijv. nw.) [SGV (1914)] III-1-4
streng garen [cf. wld ii.7: 24-25] strang: sjtrank (Geleen) streng (garen) [SGV (1914)] III-1-3
strengen klinken: klęi̯ŋkǝ (Geleen) Aanvulling van het lemma strengen in wld I.10: kettingen of touwen waarmee een paard de kar of wagen trekt. [N 17, 26; N 5A II, 59c; monogr.] I-13