e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dompelen dompelen: dompele (Geleen), onderduwen: ŏngerduuje (Geleen), soppen: soppe (Geleen, ... ) Dompelen: geheel doen onder gaan in een vloeistof (dompelen, duwen, soppen, onderduwen). [N 84 (1981)] || in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
donderen hommelen: (h)ommelen (Geleen) donderen [SGV (1914)] III-4-4
donderkruid hommelkruid: -  homelkroet (Geleen), hommelskruid: hommelskroet (Geleen) donderkruid [DC 46 (1971)] || donderkruid (Inula vulgaris), weinig voorkomende samengesteldbloemige plant die 90 cm hoog kan worden, met langwerpige ronde bladeren en lichtbruin getinte bloemhoofdjes [N 37 (1971)] III-4-3
donderslag hommelslag: eine hommesjlaag (Geleen), hŏmmelsjlaag (Geleen) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4
donderx hommel: (h)ommel (Geleen) donder [SGV (1914)] III-4-4
donker worden, duisteren duister worden: duuster waere (Geleen), duisteren: duustere (Geleen) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Geleen, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
donkere metten metten: de mette (Geleen) De donkere Metten op wo./do./vr. in de Goede Week [duustere Mette]. [N 96C (1989)] III-3-3
dons, nestveren duivelshaar: dubelshaore (Geleen), duuvelshaore (Geleen) donshaar || het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: doad (Geleen, ... ), dōad (Geleen), duāt (Geleen), dūət (Geleen), dôôt (Geleen) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2