e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong en kaal vogeltje vogeltje: vø̄.gəlšərə (Gemmenich, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong varken kleinen (mv.): klęŋ (Gemmenich) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
kaakbeen(rand) raak: rake (Gemmenich) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kaalkop: kaalkoop (Gemmenich), plaat: n plèèt (Gemmenich), platenkop: plèète kop (Gemmenich) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaantjes griefjeren: greefkere (Gemmenich), grieven: greefkere  greeve (Gemmenich), krappen: krape (Gemmenich) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaars kaars: kēa.ts (Gemmenich) kaars [RND] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: `kā.tə (Gemmenich), ka:tə (Gemmenich) kaarten [RND] || Kaate: Karten spielen. III-3-2
kaas kaas: kîês (Gemmenich) kaas [RND] III-2-3
kaatsen met de bal spelen: metər ba.l tə sjpɛ:lə (Gemmenich) kaatsen [RND] III-3-2
kachel, stoof stoof: št‧ōͅf (Gemmenich) kachel, stoof [ZND 04 (1924)] III-2-1