e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
plaat bakblik:   plaat (Geleen, ... ), platen (Obbicht), plǫtǝ (Munsterbilzen), plǭt (Genk), %%meervoud%%  plātǝ (Melick, ... ), bakplaat:   plaat (Bleijerheide, ... ), plāt (Bocholt, ... ), plǭt (Gronsveld, ... ), plǭwǝd (Neerpelt), %%meervoud%%  platen (Maasbracht, ... ), baksel:   plāt (Rekem), beschuitdoppen:   plǭt (Bevingen), blad van de troffel:   plǭt (Kuringen, ... ), bovenste schijf:   plǭt (Ottersum), doormidden gesneden beschuitbol: %%meervoud%%  plø̃+F21688tǝr (Mal), duim:   plǭt (Ottersum), geschifte steen:   plāt (Mesch), gesteven voorstuk van een overhemd:   plaat (Ell), plōͅt (Ketsingen), gierplank:   plō˱at (Rijckholt), halve stuiver:   plaat (Sittard), handschieter:   platen (Maasbracht), plōt (Sint-Truiden), plǭt (Kwaadmechelen), %%meervoud%%  plǭtǝ (Beverst), hinkelblokje:   plaat (Remersdaal), honderd frank: ps. omgespeld volgens Frings.  ən plāt (Rotem), hoofd (spotnamen): B.v. kaalplaat.  plaat (Posterholt), B.v. op zien plaat vaege.  plaat (Tegelen), hoofdplaat:   plā.t (Boukoul, ... ), plǫǝt (Achel), plǭt (Oost-Maarland, ... ), ijzertje onder een schoen:   plaat (Rotem, ... ), illustratie:   pläot (Gronsveld), kaal (zijn), kaal hoofd:   ein plaat (Maasbracht), er hat un plaat (Mechelen), ĕn plaat (Valkenburg), he hat ing plaat (Ubachsberg), ing plaat (Schaesberg), n plaat (Klimmen), n plèèt (Gemmenich), plaat (Boekend, ... ), plaet (Montfort), plēͅ.t (Moresnet), plèèt (Kelmis), ən plɛ̄t hā (Montzen), əŋ plaat (Heerlerheide), klisspaan:   plāt (Thorn), koedrempel, kribbeboom:   plou̯t (Achel), plāt (Beegden), plǭt (Gennep, ... ), kolenschop:   plūt (Jeuk), leestplaat:   plāt (Montzen), plǭt (Milsbeek), lunsschijf:   pǝlǭt (Berverlo), merk:   plāt (Heugem), mortelplaats:   plāt (Noorbeek, ... ), plāwǝt (Stokrooie), plǭt (Bevingen), muurplaat:   plāt (Hoensbroek), ovendeur:   plǭt (Oost-Maarland), ovenpaal:   plaat (Oirsbeek), ploat (Waltwilder), plāt (Voerendaal), paardebloem:   plat (Oostrum, ... ), persoon die altijd op de hort is: tevens kletswijf  ein plaat (Vlodrop), plaat:   plāt (Stein), plǭt (Bilzen), plaats waar de kegels staan:   plaat (Merkelbeek), plankje, plaatje:   plǭǝt (Berlingen, ... ), rooster in de mestgoot:   plãǝt (Brustem), plǭt (Milsbeek, ... ), plǭǝt (Opheers), schieter:   blǭt (Sint-Truiden), slijkvanger:   plāt (Baexem, ... ), speciebord:   plǭt (Kuringen), stijlvoetplaat:   plǭt (Ottersum), stofblik:   plaat (Ophoven), pleut (Heers), stoot:   plǭ.t (Guigoven), plǭt (Duras), plǭǝt (Duras, ... ), vensterbank:   plǭt (Voort), vleugel:   plǫǝt (Diepenbeek), waskoek:   plāt (Wellerlooi), wegwijzer:   pláát (Opglabbeek), zaagblad:   plāt (Reuver), zandbank:   ein plaat (Schimmert), plaat (Ell, ... ), pláát (Venlo) I-1, I-5, I-6, II-1, II-10, II-11, II-12, II-3, II-6, II-8, II-9, III-1-1, III-1-3, III-2-1, III-3-1, III-3-2, III-4-4