25504 |
ovendeur |
deksel:
deksel (Q038p Amstenrade, ...
P055p Kermt,
Q074p Kortessem,
L355p Peer,
Q093p Rosmeer,
P052p Schulen),
dęksǝl (L321p Neeritter, ...
P056p Stokrooie),
dɛksǝl (P057p Kuringen, ...
P176a Melveren,
P177p Zepperen),
deksel van een oven:
dɛksǝl van nǝn ōvǝ (L414p Houthalen),
deur:
deur (L270p Tegelen, ...
Q162p Tongeren,
L318b Tungelroy,
P172p Wilderen),
dȳr (Q113p Heerlen, ...
L432a Koningsbosch),
dø̄r (L292p Heythuysen),
deur van de oven:
dø̄r van dǝn ǭvǝ (L432p Susteren),
deurtje:
dȳrkǝ (Q202p Eys, ...
Q117a Waubach),
dȳršǝ (Q121p Kerkrade),
dørkǝ (L250p Arcen),
dø̄rkǝ (L297p Belfeld, ...
L289b Leuken,
L387p Posterholt),
dø̜̄rkǝ (Q198p Eijsden),
ijzeren deurtje:
īzǝrǝ dø̄rkǝ (Q187a Heugem),
ijzeren plaat:
īzǝrǝ plāt (Q121e Kaalheide),
inschietdeur:
%%meervoud%%
inschidø̄jǝrǝn (K278p Lommel),
kettingdeur:
kɛtengdøjǝr (K278p Lommel),
kijkgat:
kīkgāt (Q095p Maastricht),
klep:
klep (Q095p Maastricht),
muildeur:
māldø̄r (P176b Bevingen, ...
P176p Sint-Truiden),
muur van het uitloopgat:
mȳr van ǝt˱ ytlǭp˲gat (L163p Ottersum),
ovendek:
ovendek (L417p As, ...
L371p Ophoven),
ōvǝndɛk (L315p Kleine-Brogel),
ovendeksel:
huvǝndęksǝl (Q082p Munsterbilzen),
hōvǝndęksǝl (P050p Herk-de-Stad, ...
P117p Nieuwerkerken,
Q157a Overrepen,
P223p Rukkelingen-Loon),
ovendeksel (P190p Gotem, ...
Q079p Guigoven,
P197p Heers,
P118p Kozen,
P177a Ordingen,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
Q080p Vliermaal,
P118a Wijer,
Q079a Wintershoven,
Q001p Zonhoven),
ōvǝdęksǝl (Q072p Beverst),
ǫǝvǝdęksǝl (Q012p Rekem),
ovendeur:
hōvǝdø̄r (L312p Neerpelt),
hūvedȳr (L317p Bocholt),
oavǝdȳr (Q112p Voerendaal),
oavǝdø̜ǝr (Q203p Gulpen),
ojvǝdør (Q180p Mal),
ovendeur (P197p Heers, ...
L315p Kleine-Brogel,
L424p Meeswijk,
L321p Neeritter,
Q112b Ubachsberg),
ē̜vǝdȳr (Q036p Nuth),
ō.vǝndø̄.r (L290p Panningen),
ōvǝdȳr (L432a Koningsbosch),
ōvǝdø̄r (L291p Helden, ...
Q095p Maastricht,
L318b Tungelroy),
ūvǝdȳr (L372p Maaseik),
ūǝvǝdīǝr (Q083p Bilzen),
ǫǝvǝdø̄r (Q015p Stein),
ǭvǝdȳr (Q035p Brunssum),
ǭvǝdø̄̄r (L163p Ottersum),
ǭvǝdęjǝr (Q072p Beverst),
ǭvǝdǝr (L330p Herten, ...
L269a Hout-Blerick,
L377p Maasbracht,
L383p Melick,
L163p Ottersum,
L299p Reuver,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
ǭvǝndø̄r (Q021p Geleen),
ovendeurtje:
uvędīrkǝ (Q003p Genk),
ōvǝdørkǝ (L265p Meijel),
ōvǝdø̄rkǝ (Q095p Maastricht),
ǫwvǝdȳrkǝ (Q035a Rumpen),
ǭvǝdørkǝ (Q028p Jabeek),
ovengat:
ǭvǝgāt (L292p Heythuysen),
ovenklep:
hōvǝklɛp (Q099q Rothem),
ōvǝklɛp (Q097p Ulestraten),
ovenluik:
ǭvǝlū.k (Q020p Sittard),
ovenplaat:
ovenplaat (L286p Hamont),
ōvǝplāt (L318b Tungelroy),
ōvǝplǭt (Q088p Lanaken),
ǭvǝplāt (L432p Susteren),
ǭvǝsplāt (Q018p Geulle, ...
Q197p Noorbeek),
ovenscheel:
hōvǝnsxiɛl (K361p Zolder),
hōvǝnsxēl (L315p Kleine-Brogel),
hōvǝnsxēǝl (L315p Kleine-Brogel),
hōvǝsxēl (L353p Eksel),
ovenscheel (L417p As, ...
L286p Hamont),
ōvǝnsxēǝl (L314p Overpelt),
ōvǝnšē̜l (L371p Ophoven),
ōvǝnšęɛl (L368p Neeroeteren),
ovenscheel met handvat:
ovenscheel met handvat (L286p Hamont),
ovensdeur:
ōvǝntsdȳǝr (Q121c Bleijerheide),
ōvǝsdø̄r (Q191p Cadier),
ōǝvǝsdø̄r (Q204p Wittem),
ǭvǝntsdȳr (Q121p Kerkrade),
ǭvǝsdø̄r (L269p Blerick),
ǭvǝsdø̄ǝr (Q197p Noorbeek),
≈èǝvǝsdø̄r (Q019p Beek),
ovenstopsel:
hø̄vǝstɛpsǝl (Q003p Genk),
ovenstopsel (Q082p Munsterbilzen),
plaat:
plǭt (Q198b Oost-Maarland),
plaat van het uitloopgat:
plǭt ˲van ǝt˱ ytlǭp˲gat (L163p Ottersum),
randdeur:
raŋdø̄̄r (L270p Tegelen
[(achter in de oven waardoor de potten in de oven werden gebracht)]
),
scheel:
scheel (L413p Helchteren),
stop:
štop (Q193p Gronsveld),
stopsel:
stopsel (Q090p Mopertingen, ...
Q168p s-Herenelderen),
støpsǝl (Q158p Riksingen),
stø̜psǝl (L372p Maaseik),
voorzetsel:
voorzetsel (Q178p Val-Meer),
vuurdeur:
vȳǝrdȳǝr (Q030p Schinveld)
|
De stenen afsluitdeur die met slechte leem in de oveningang, of zoals in L 163 en L 270 in het inzetgat, werd gemetseld. In L 270 werd de oven met ijzeren deuren afgesloten. [N 49, 74b; monogr.] || Het deurtje kan van ijzer zijn of van hout. De houten vormen zijn in de regel ouder. De informant van L 289b zegt dat deze sluiting een plank met een natte zak kan zijn die met een lat of paal tegen de opening van de oven wordt gezet. De woordtypen "stop", "stopsel", "ovenstopsel" wijzen heel waarschijnlijk op een bepaalde vorm vaan dichten. Zo vermeldt Weyns (blz. 27) dat in Oost-Vlaanderen de deur hier en daar een houten blok, 15 cm dik, is dat, voor de gevulde oven geplaatst, met leem, modder, soms zelfs met koedrek gemengd met aarde, wordt dichtgesmeerd. [N 29, 2b; N 29, 2a; OB 2, 3b; OB 2, 3a; monogr.]
II-1, II-8
|