| 28671 |
waskoek |
bal:
(mv)
balǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L289p Weert),
bol:
(mv)
bøl (Q015p Stein),
bǫlǝ (L333p Asenray / Maalbroek),
brood:
bruǝt (Q113p Heerlen),
geperste wasklot:
geperste wasklot (Q003p Genk),
klomp:
klomp (L329p Roermond),
plaat:
plāt (L215a Wellerlooi),
schijf was:
šīf was (Q015p Stein),
vel:
vel (K317a Kerkhoven),
wasbrood:
wasbroat (Q019p Beek),
wasbrood (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L428p Born,
Q009p Maasmechelen,
L416p Opglabbeek),
wasbrut (L421p Dilsen, ...
L294p Neer),
wasbruǝt (Q002p Hasselt, ...
P107a Rummen,
P176p Sint-Truiden),
wasbryt (L414p Houthalen),
wasbrǫwt (P120p Alken),
waǝ.sbrut (Q071p Diepenbeek),
wāsbruǝt (Q253p Montzen),
(mv)
wasbrujǝ (K353p Tessenderlo),
wāsbrūj (L371a Geistingen),
wasbroodje:
(mv)
wasbrø̜tjǝs (L210p Venray),
waskoek:
waskōk (Q019p Beek),
wasplaat:
wasplāt (L215a Wellerlooi),
wasraat:
wasrǭt (L372p Maaseik),
wasvorm:
wasvorm (L416p Opglabbeek),
wasvɛrm (Q002p Hasselt)
|
Vorm waarin de gezuiverde was wordt geknepen of geperst. Wanneer men de gezuiverde was met de hand bewerkt, ontstaat voornamelijk een bolvorm. Indien men de gezuiverde was machinaal perst, verkrijgt men een koek- of broodvorm. [N 63, 121d; N 63, 121e; monogr.]
II-6
|