e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gierplank bred: bręt (Montzen, ... ), plaat: plō˱at (Rijckholt), plank: plank (Neerglabbeek, ... ), plāŋk (Rijckholt), plankje: plɛnkskǝ (Mook), schoffel: šufǝl (Tungelroy), slede: šlęi̯ (Swalmen), sprei(d)bak: spręi̯bak (Tungelroy), sprei(d)plank: špręi̯plaŋk (Margraten), špɛ ̝.i̯plã.ŋk (Cadier), spreider: spręi̯ǝr (Heythuysen, ... ), špręi̯ǝr (Doenrade), zeikbak: zęi̯k˱bak (Aijen, ... ), zeikbord: zęi̯k˱bǫrt (Lottum), zeikplank: [zeik]plaŋk (Horn), [zeik]plãŋk (Oirlo), [zeik]plá.ŋk (Wimmertingen), zeikverspreider: zęi̯k˲vǝrspręi̯ǝr (Lottum), zuis/zoes: zūs (Nederweert), zwalgestaart: zwalǝgǝstɛrt (Heythuysen), žwalǝgǝštɛrt (Haelen, ... ) Onder de kraan of de uitloopopening van de oude gierton werd een plank aan kettingen opgehangen of in een schuine, naar achteren aflopende stand een platte bak met een rij gaten aangebracht. De uitstromende gier kwam op die plank of in die bak terecht en liet zich zo in de breedte verspreiden. [JG 1b add.; N P, 6 add.; N 11A, 53g; monogr.] I-1