e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kuifmees kuifmeesje: koefmeeske (Gemmenich) kuifmees (11,5 grijze kop met kuifje; alleen in mast- en sparrenbossen; nest vaak in oud eekhoornnest; roep [bi-bi-bi-brr-brr-brr]; zang heel zacht en miesperend [N 09 (1961)] III-4-1
kwartel kwartel: kwatel (Gemmenich) kwartel (18 kleine uitgave van patrijs [098], wat anders gekleurd en nu veel zeldzamer; zomervogel; vroeger erg geliefd vanwege de roep [kwik, wik-wik] [N 09 (1961)] III-4-1
kwartelkoning kwartelkoning: kwachtelkeuneng (Gemmenich) kwartelkoning (27 ook alleen te horen; s zomers; in grote weiland; tegen de avond en s nachts; zeldzaam; roep [rrerrrp, rrerrrp] of er over een kam wordt gestreken [N 09 (1961)] III-4-1
lam schaapje: šø̜pkǝ (Gemmenich) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lang ruw haar rond buik en uier duivelshaar: dȳvǝlshǭr (Gemmenich) Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23] I-9
langzamer hola: hola (Gemmenich) Voermansroep om het paard langzamer te doen gaan. [N 8, 95h en 96] I-10
leeuw leeuw: løw (Gemmenich) Löw: Löwe. III-3-2
leewater leewater: lēi̯wātǝr (Gemmenich) Gewrichtsontsteking bij veulens - ook bij kalveren en hoenders -, door een vochtophoping, veroorzaakt door een besmetting die bij veulens vooral via een navelwond binnendringt. [A 48A, 12c; N 8, 90m en 90n; monogr.] I-9
lende lende: de lende (Gemmenich) lendenen [lenge, leene, leende] [N 10 (1961)] III-1-1
lenig zwak: schwach (Gemmenich) lenig [zwak, gezwak] [N 10 (1961)] III-1-1