e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linkerkant van het paard nademekant: nǭdǝmǝkant (Gemmenich  [(identiek met bijdehand en handkant)]  ), namenekant: nmǝnǝkant (Gemmenich) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
lip lip: lep (Gemmenich) lip [RND] III-1-1
loeren loeren: loere (Gemmenich) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
lof zegening: dər zɛ:nən (Gemmenich) het lof [RND] III-3-3
lopen lopen: lopen (Gemmenich) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
lot(je) van de loterij lot: lo.t (Gemmenich), lō:s (Gemmenich) Loos2: 1. Lotterieschien, Los (= lot, 1). || Lot, 1. Los. III-3-2
loterij loterij: lotə`rej (Gemmenich) Loterej: Lotterie. III-3-2
luchtpijpen ompijpen: de ompiepe (Gemmenich) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: lūət (Gemmenich, ... ) lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)] III-4-4
lui (lieden) lui: də lyj zøw aləmōͅl opə vēld ant mi‧ə.nə (Gemmenich), lyj (Gemmenich) De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || volk [RND] III-3-1