e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegen de bal schoppen schoppen: `šø.pə (Gemmenich) Schöpe1: 2. (Fussb.) Den Ball löffeln. III-3-2
teleurgesteld in gen oor geschoren: e jen uər jəšōrə (Gemmenich) zeer teleurgesteld III-1-4
teleurgesteld (worden) enttuscht (du.): eͅntoͅi̯št (Gemmenich) teleurgesteld III-1-4
teleurstellen enttuschen (du.): eͅntoͅi̯šə (Gemmenich) teleurstellen III-1-4
tepel tet: tēt (Gemmenich) Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] I-9
tetveulen veulen: vø̜̄ǝlǝ (Gemmenich) Veulen dat nog gezoogd wordt. Een tetveulen is ouder dan een zuigeling en kan verkocht worden. [JG 1a, 1b; N 8, 2] I-9
tevreden; tevredenheid tevree: təvrēͅ (Gemmenich) tevreden III-1-4
tijdverdrijf tijdverdrijf: `tī.tfərdrī.f (Gemmenich) Tiitverdriiv: Zeitvertreib. III-3-2
tijdverdrijf: liefhebberij, amusatie liefhebberij: lī:phā:bə`rej (Gemmenich) Liibhaaberej: Liebhaberei. III-3-2
tijger tijger: `tī:jər (Gemmenich) Tiijer: Tiger. III-3-2