e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwartkop zwartkopje: sjwatköpke (Gemmenich) zwartkop (14 als tuinfluiter [046] maar man heeft zwart, pop een chocoladekleurig petje; nestje heeft binnenkant van haren; zang begint krassend maar eindigt luid jodelend [N 09 (1961)] III-4-1
zweefmolen kettencarrousel: `ke.təkarəsɛl (Gemmenich) Ketekareçäl: Kettenkarussell. III-3-2
zweet zweet: der schweet (Gemmenich) zweet [N 10 (1961)] III-1-2
zwemmen zwemmen: `šwemə (Gemmenich), zjwɛmə (Gemmenich) Schweme: Schwimmen. || zwemmen [RND] III-3-2
zwijmelen schravelen: šrāfǝlǝ (Gemmenich) Onvast, langzaam en met moeite gaan, zonder richting te houden. [N 8, 73 en 83] I-9
zwoord zwaard: sjwaat (Gemmenich) zwoerd (van spek) [N 07 (1961)] III-2-3
één frank frank: frang [fraŋ} (Gemmenich) Franc, Francen III-3-1