e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
front front: front (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]) Het uiteinde of de zijde van de mijngang die in het gesteente of in de steenkoollaag vooruitgedreven wordt. Werkfront in het algemeen. [N 95, 10; N 95, 398; monogr.; Vwo 329] II-5
fruit bewaren mouteren: ook: muiken, mûken, mooken, materen,meuteren  moeteren (Genk), moutingen: muiken, mûken, mooken, materen,meuteren, moeteren  moetingen (Genk), muiken: muiken, mûken, mooken, materen,meuteren, moeteren  muiken (Genk) muiten of murwen (van vruchten gezegd) III-2-3
fruit eten snatselen: snoatsele (Genk) gulzig en hoorbaar eten van fruit III-2-3
fruit, ooft fruit: freet (Genk), frēt (Genk) [ZND 05 (1924)] I-7
fruit, slechte kwaliteit krotsje: ook: kraets  kroats(ke) (Genk) verschrompelde appel I-7
fruitworm steekworm: stīəkwerəm (Genk) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuchsia fuchsia: -  fŏksia (Genk) fuchsia [DC 57 (1982)] III-2-1
fundament fondatie: fondāsi (Genk) De grondvesten van een gebouw. Het fundament kan al dan niet onderheid zijn, wordt in metselsteen, stampbeton of gewapend beton uitgevoerd en reikt tot aan het maaiveld of de begane grond. [N 31, 1a; N 31, 1b; N 31, 1c; monogr.] II-9
fundament van de schoorsteen voet: vut (Genk) Het metselwerk waarop de schoorsteen rust. Een fundament voor een meestal buiten de muur liggende schoorsteen opmetselen werd in Q 121 'een console uitmuren' ('eŋ kǫnsǫl ūsmūrǝ') genoemd. [N 32, 25b; monogr.] II-9
funderingssleuven uitsteken fondamenten uitgraven: fondamɛntǝ ø̜jt˲grāvǝ (Genk) Gleuven uitsteken langs de vier wanden op de bodem van de uitgegraven kelderruimte. In de sleuven worden later de fundamenten geplaatst. Zie voor het woordtype 'gescheuten' (Q 194) ook RhWb dl. VII, k. 962, s.v. 'Geschäu': ø̄das Mauerwerk aus Bruchsteinen an der Erde, auf dem die Balkenlage des Fachwerkhauses ruht.ø̄ [N 30, 25a; monogr.] II-9