e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat, opening kot: kuət (Genk) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) koter: kuətər (Genk) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gaten in de kruim koters: kutǝrs (Genk) De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 69b luidde: "Hoe noemt men de gaten in de kruin van het brood?" Het feit dat dit ''kruin kruim'' moest zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. [N 29, 69b; N 29, 69a; monogr.] II-1
gebakken appelschijven boomspek: boomspek (Genk) appelschijven, gebraden in de pan III-2-3
gebakken peren ooft: eeft (Genk) I-7
gebarsten en zwartgeblakerde korst verbrande korst: verbrande korst (Genk) Door een te hoge oventemperatuur ontstaat er een verkoolde korst. Een aantal benamingen duidt op het hele brood. [N 29, 66b; N 29, 66a] II-1
gebint gebont(e): gǝbęntǝ (Genk) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebit gebeet: gǝbīǝ.t (Genk), gebit: gebīt (Genk), #NAME?  ōlik gebiĕët (Genk) een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog helemaal gaaf. [ZND 45 (1946)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1
gebluste kalk gebluste kalk: gǝbløstǝ kalǝk (Genk), kalk: kalǝk (Genk), poederkalk: pujǝrkalǝk (Genk) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
geboorte geboorte: geboerte (Genk) geboorte III-2-2