e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
holle steen dallebrik: dalbrī̄k (Genk) Metselsteen die niet massief is. Holle stenen kunnen diverse vormen en afmetingen vertonen en worden onder meer gebruikt voor gewelven, zolderingen en lichte tussenmuren. Ze worden ook toegepast bij het opmetselen van rookkanalen en luchtkokers. Zie ook afb. 27. Het betreft daar een holle spie- of boogsteen. De woordtypen zwemsteen (L 289) en zwembrik (Q 12) verwijzen naar het feit dat holle stenen licht van gewicht kunnen zijn door het gebruik van poreuze grondstoffen als natuurbims, kunstbims of gegranuleerde hoogovenslakken; als bindmiddel wordt dan hydraulische kalk, cement of een mengsel van beide toegepast. [N 30, 54c] II-8
hommel hommel: hòmmel (Genk), ook in ZND 01, a-m  hommel (Genk) hommel [ZND 27 (1938)] III-4-2
homp, brok, klont klot: klot (Genk), kloͅt (Genk) kluit [ZND 28 (1938)] III-4-4
hond hond: hond (Genk, ... ) hond [Willems (1885)], [ZND 21 (1936)] III-2-1
hondenhok hondenkot: hondenkot (Genk), hondskooi: hoͅntskūi̯ (Genk) hondenhok [ZND 38 (1942)] III-2-1
hondenkar hondskar: hǫnskār (Genk) Kleine kar die door een hond getrokken wordt en die voornamelijk gebruikt werd voor het vervoer van allerlei kleine hoeveelheden. [N 17, 15a; JG 1a; N G, 51; monogr] I-13
hondsdolheid razetig zijn: (de koe is) rōzǝntex (Genk) Een bij honden, wolven, vossen en andere dieren voorkomende infectieziekte die door een beet kan worden overgebracht, ook op koeien. Zie ook het lemma ''hondsdolheid'' in wbd I.3, blz. 486. [N 52, 12b; A 48A, 25] I-11
honger hebben honger hebben: hoŋər hebə (Genk) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] III-2-3
hongerig hongerig: hoŋərəx (Genk) hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
hongerzwerm hongerzwerm: hoŋǝrzwɛrm (Genk), paaszwerm: paaszwerm (Genk) Bijenvolk dat door de honger gedreven, kast of korf verlaat. Wanneer er in de woning geen druppel honing en korrel stuifmeel meer is, besluit het bijenvolk tot massale vlucht. Door het feit dat de bijen geen gevulde honingblaasjes hebben, steken zij snel en geducht. Een hongerzwerm komt echter slechts sporadisch voor. [N 63, 37c; N 63, 37e] II-6