e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vallende tand trapsgewijs gemetst: traps˲gǝwęjs ˲gǝmɛtst (Genk) k˲valǝndǝ tsa [N 31, 28a; monogr.] II-9
vals spelen foetelen: foetele (Genk, ... ), sjoemelen: sjoemele (Genk), vals spelen: de speelts vals (Genk) Foetelen. || oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij] [N 112 (2006)] || Vals spelen. || vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken] [N 112 (2006)] III-3-2
valse glans blink: bleŋk (Genk) Valse glans, door persen ontstaan. [N 59, 80b] II-7
valsspeler foetelaar: foetelaer (Genk), foeteleer (Genk), sjoemelaar: sjoemelaer (Genk), valsaard: valsaard (Genk) de kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken] [N 112 (2006)] || Foetelaar. || iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak] [N 112 (2006)] || Valsspeler. III-3-2
valsteiger onderste stelling: ǫnǝrstǝ stɛleŋ (Genk) Noodvloer die onder de steigervloer moet liggen wanneer deze meer dan 4 m boven de begane grond komt. Wanneer men een nieuwe steigerverdieping heeft aangebracht, wordt de oude werkvloer doorgaans als valsteiger gebruikt. Zie voor de niet fonetisch gedocumenteerde vormen van de woorddelen '-(steiger)' en '-(stelling)' het lemma 'Steiger'. [N 32, 6; monogr.] II-9
van boven naar beneden kool delven van boven naar beneden werken: van bōvǝ na bǝnējǝ werkǝ (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Emma]) Doorgaans geeft men de voorkeur aan het werken van onder naar boven in een koollaag, omdat dan o.a. het scheppen van de kolen het gemakkelijkst is. Alleen wanneer men daardoor gunstiger ten opzichte van de splijtvlakken komt te zitten of wanneer de helling van de koollaag groter is dan 25 graden, zal men in dalende richting of van boven naar beneden werken (Driessen pag. 158). Dit gebeurt ook, volgens de informant van Q 113, als de laag zeer dik is. [N 95, 520] II-5
van hoge afkomst van groot volk: van grôet volk (Genk), van hoge komaf: van hoege komaaf (Genk) van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)] III-2-2
van uitlopers ontdoen ontpemen: ǫntpēmǝ (Genk) Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.] I-5
van veren wisselen rijzelen: ręi̯zǝlǝ (Genk), ruizelen: ryzǝlǝ (Genk), rȳzǝlǝn (Genk), røi̯zǝlǝn (Genk), ręi.zǝlǝ (Genk), ręi̯zǝlǝ (Genk), ręi̯zǝlǝn (Genk) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
van zijn plaats rollen vortrollen: e rolt voet van zijn plak (Genk) van zijn plaats rollen, gezegd van een tol die uitgedraaid is [binnen, birzen, bizzen, brienen] [N 112 (2006)] III-3-2