e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vergiet zeef: zēf (Genk), zij: zē (Genk), zeͅi̯ (Genk), zijg: zeiX (Genk), zijschotel: zeͅi̯šuətəl (Genk) schotel met veel gaatjes als vergiet benut || vergiet || vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)] III-2-1
vergiftigen vergeven: vergêven (Genk) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)] III-1-2
vering ressort: (mv)  rǝsǭrs (Genk), veer: vēr (Genk) Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr] I-13
verjaardag verjaardag: vərjōrdōͅ.ch (Genk) Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)] III-3-2
verkering hebben verkeren: verkéére (Genk) verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)] III-2-2
verkillen krievelen: mən vīt krīvələ (Genk), krimpen: NB: Ook snie chijter.  hɛ krimdə van de ka (Genk) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || mijn voeten killen (kittelen van de kou) [ZND 01u (1924)] III-1-2
verkleumd stijf: stijf (Genk), stɛif (Genk), versteven: [verstijven / versteven; nt. 100% duidelijk]  verstive (Genk), verstijfd: veͅrstijft (Genk) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
verkouden ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he: ex be.n vərkāt (Genk), verkoud: ech bēͅn veͅrkāt (Genk), feͅ.l vərkāt (Genk), ich bin verkaad (Genk), ich bən verkaat (Genk), ə betšə vərkāt (Genk) Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)] III-1-2
verkoudheid ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he: ən vər`kātexets (Genk), kou: de zils ne ka pakken (Genk, ... ), də zølst nə kā pakə (Genk), ich heb n ka op de borst (Genk), ich hè ne kaa up de borst (Genk) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)] III-1-2
verlegdienst changeerpost: šanšērpǫst (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) In Nederland de dienst, in Belgiē de post die het transportmiddel in het oude pand van een pijler afbreekt en in het nieuwe pand weer opbouwt. Volgens Van der Maar verlegde men de transportmiddelen in de wisseldienst. [N 95, 494; monogr.; Vwo 224; Vwo 551] II-5