17775 |
enkel |
enkel:
ich həm mənən enkəl stök gestute (Q003p Genk)
|
ik heb mijn enkel stuk gestooten [ZND 01u (1924)]
III-1-1
|
33605 |
enten |
greffelen:
grɛfələ (Q003p Genk),
griffelen:
griffele (Q003p Genk)
|
[RND 08] [ZND 34 (1940)]
I-7
|
34047 |
enter |
eenwinter:
ēwentǝr (Q003p Genk)
|
Rund dat één jaar oud is. [N C, 9d; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20]
I-11
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
envelop (Q003p Genk),
enveloppe (Q003p Genk),
ənə ənvəlopə (Q003p Genk),
omslag:
omslag
eenen imslaog (Q003p Genk)
|
een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
besmettelijke ziekte:
besmettelèke ziekte (Q003p Genk),
besmettelèke zikte (Q003p Genk),
voortgaande ziekte:
e. vurtguəndə ziktə (Q003p Genk)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
27865 |
er wordt geschoten |
opgepast:
opgepast (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits])
|
Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.]
II-5
|
33610 |
erf |
erf:
ɛ̄rəf (Q003p Genk),
mesthof:
meͅstəf (Q003p Genk),
werf:
wɛrəf(t) (Q003p Genk)
|
I-7
|
28031 |
erlangs werken |
derlangsaf werken:
derlangsaf werken (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Julia])
|
Een doorgang van 50 cm (Q 15, mijn Maurits) tot 1 meter (Q 121, mijn Wilhelmina) breed langs het koolfront maken. Op de mijn Maurits werd volgens de invuller uit Q 15 tijdens het "erlangswerken" niet ondersteund. Dat werd pas gedaan, wanneer men tot ongeveer 1.20 m had ingekerfd en er een kophout kon worden geplaatst. Successievelijk werd dan over de hele pijler op deze wijze ontkoold, meter voor meter. Elke 5 à 7 meter - dat verschilde van laag tot laag - bevond zich een man die zo werkte. De daaropvolgende dienst begon op zo''n eerste ondersteuning weer in te kerven tot de zogenaamde pandbreedte, ongeveer 2.20 m, en plaatste meter voor meter de definitieve ondersteuning terwijl het kophout weggenomen werd. Uiteraard veranderde deze werkwijze toen de eerste schuifpijlers en later de mechanisatiepijlers in gebruik werden genomen. Toen was het koolfront geheel stijlvrij. In de Belgische mijnen werd tijdens het "erlangswerken" gelijk ook een ondersteuning in de vorm van kophouten geplaatst. Zie de semantische toelichting bij het lemma Doorgang. [N 95, 510; monogr.; N 95A, 11]
II-5
|
18837 |
ernstig |
menens:
het is meinens (Q003p Genk)
|
het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)]
III-1-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
aert (Q003p Genk),
ēͅ.rt (Q003p Genk),
ɛ̄.rt (Q003p Genk)
|
erwt || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5, I-7
|