e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fakkeloptocht fakkelstoet: Soms ook heksen- of schimmenstoet genoemd.  fakkelstoet (Genk) een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden [N 112 (2006)] III-3-2
familie familie: das allemoal familie onderéén (Genk), femielie (Genk), cf. VD s.v. "vaneen"= van elkaar (in België)  das allemoal familie vanéén (Genk) familie || het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 115 (2003)] III-2-2
fanfare fanfare: fanfaar (Genk) een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek] [N 112 (2006)] III-3-2
fatsoenlijk deftig: dat eͅs nə deͅfteͅgə mensch (Genk), ordentelijk: ordentelik (Genk) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] || ordentelijk, fatsoenlijk, billijk III-1-4
fauteuil zetel: zēͅtəl (Genk) zetel III-2-1
feest feest: hət fest vərlip zondər datoə ə lit gəzoŋe wa͂.s (Genk), lietche: bestaat alleen in verkleinvorm  ’t feest? zonner dat(ter) ĕ litche gezonge woert (Genk), of fèst??  fēst (Genk) Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sint-maarten: sint marten (Genk), sinte-maarten: sinte marten (Genk), sinte mierten (Genk) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3
feesten kermis houden: Plezier moake en ne goeië pakke.  kermis haage (Genk) een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren] [N 112 (2006)] III-3-2
fiets fiets: fĭets (Genk), velo: nə vélo (Genk), vello (Genk), vɛlo (Genk) fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fietser velorijder: de twie velorijers krijse elkaander (Genk), ê van bête  də twi veloreiərs rītə nêvənēn dur (Genk) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] III-3-1