e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

Gevonden: 4982

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afrikaantje stinkertje: stinkerke (Genk), tagetes (bloem)  stinkerke (Genk) Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle III-2-1
afromen afdraaien: ǭfdrē̜ǝ (Genk), afromen: ō.frō.mǝ (Genk) De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.] I-11
afschieten, ontsteken afdraaien: afdraaien (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]) De met springstof geladen schietgaten tot ontploffing brengen. [N 95, 412; monogr.; N 95, 442 add.] II-5
afstand tussen de ondersteuningen afstand tussen de belen en stempels: afstand tussen de belen en stempels (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De afstand in meters of centimeters tussen de ondersteuningen onderling. Door middel van schoren, welke tussen de ondersteuningen worden bevestigd, wordt deze afstand gehandhaafd. In de mijn van Zolder staan de ondersteuningen volgens de invuller uit K 361 op 80 cm van elkaar. [N 95, 369; monogr.] II-5
aftekenen met krijt aftekenen: aftekenen (Genk) In verband met het passen de kledingstukken aftekenen met krijt. [N 59, 75; N 59, 74] II-7
aftrekken, uitwinnen afrollen: ǭ.frǫlǝ (Genk) Na het inkappen rolt de maaier met de mathaak de halmen samen en haalt ze naar zich toe. Het is de "tweede fase" van de zichtbehandeling. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en bij het lemma ''afleggen'' (4.4.3) bij het maaien met de zeis. [N 15, 16g; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 23, 16.2; L 48, 34.2; Lu 2, 34.2; monogr.; add. uit N 15, 16i] I-4
aftuigen uitdoen: ǫu̯.t˱dū.n (Genk) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvallen van bladeren rijzen: reͅizə (Genk), vallen: valən (Genk) afvallen v. bladeren [ZND 32 (1939)] || afvallen van bladeren [DC 48 (1973)] III-4-3
afvoerband meco costresse: meco costresse (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Zwartberg, Waterschei]) Bandtransporteur voor de afvoer van de gewonnen kolen. Het woordtype "a.b." (L 265, Q 33) is een afkorting voor afvoerband. [N 95, 637; monogr.] II-5
afwasteil, afwasbak afwasbak: oͅfwasbak (Genk), spoelbak: spielbak (Genk), wasschotel: wasšūtəl (Genk) bak waarin men afwast [N 20 (zj)] || de kom, bak of emmer, waarin de teljoren, schotels, enz. worden afgewassen [ZND 02 (1923)] III-2-1