id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22662 | kermismuziek | djingel-djangelmuziek: djingel djangel meziek ?? (Genk) | de muziek die te horen is op kermissen [spel] [N 112 (2006)] III-3-2 |
34077 | kern | jonge hoorn: jǫŋǝ hūrǝ (Genk) | Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11 |
33537 | kers, zoete soorten | kers: kiehrs (Genk) | I-7 |
23242 | kerstmis | kerstmis: kerstmis (Genk), kĕrsmis (Genk), kiejrsmes (Genk), kersmes kirsmis (Genk) | Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)] III-3-3 |
27690 | ketelhuis | ketelhuis: ketelhuis (Genk [(Winterslag / Waterschei)] [Maurits]), ovens: ovens (Genk [(Winterslag / Waterschei)] [Maurits]), stokerij: stokerij (Genk [(Winterslag / Waterschei)] [Zwartberg]) | Plaats waar de stoomketels van de mijn zich bevinden. Zij produceren stoom voor de aandrijving van generatoren en persluchtcompressoren. [N 95, 17; monogr.] II-5 |
22457 | ketelmuziek | ketelmuziek: kiehtelmeziehk (Genk) | Ketelmuziek, in vroeger jaren gemaakt bij hertrouw van een weduwnaar. III-3-2 |
22920 | ketelmuziek add. | joedelen: Niet jodelen. joedele (Genk) | Lawaaierig muziek maken. III-3-2 |
32783 | kettingeg, weide-eg | kettel[eg]: kętǝl[eg] (Genk) | De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ¬¥akkersleep, weidesleep¬¥ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.] I-2 |
19496 | keukenrek | schapraai: šōͅprōͅi̯ (Genk) | keukenrek III-2-1 |
24334 | kever, tor | kever: kāēver (Genk), kèèver (Genk) | kever [Willems (1885)] III-4-2 |