27160 |
lampenkamer |
lampisterij/lampisterie:
lampestǝri (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Eisden])
|
De ruimte waar men de mijnlampen onderhoudt en indien nodig repareert. [N 95, 241; monogr.; Vwo 467; Vwo 468]
II-5
|
19627 |
lampenkap |
abat-jour (fr.):
ambəžuər (Q003p Genk)
|
lampekap
III-2-1
|
19485 |
lampenpit |
wiek:
wik (Q003p Genk)
|
lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
28221 |
lampepot |
kont van de lamp:
kont van de lamp (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale]),
pot:
pot (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
De lampepot van de veiligheidslamp, gevuld met watten. [N 95, 243; N 95, 242; N 95, 248; monogr.]
II-5
|
18164 |
lancet |
scherp mesje:
scherp meske (Q003p Genk),
villertje:
(villerke) (Q003p Genk)
|
Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim, lancet, scherp mesje). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21578 |
land |
land:
la-nd (Q003p Genk),
land (Q003p Genk),
lâe-nd (Q003p Genk),
ps. omgespeld volgens Frings.
lánt (Q003p Genk)
|
land [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
33640 |
landerijen |
labeurgrond:
lǝbērgront (Q003p Genk),
land:
lant (Q003p Genk)
|
Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.]
I-8
|
23151 |
landjeveroveren |
land kappen:
landkappe (Q003p Genk)
|
Kinderspel voor jongens, waarbij de ene het land van de andere tracht te veroveren door middel van het kappen in de grond met een scherp voorwerp.
III-3-2
|
32822 |
landrol |
houten wel:
hō.tǝ [wel] (Q003p Genk),
wel:
wɛl (Q003p Genk)
|
De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.]
I-2
|
20317 |
lang leven |
lang leven:
znd 30, 15;
lang laive (Q003p Genk),
lank leeve (Q003p Genk)
|
lang leven [ZND 30 (1939)]
III-2-2
|