24808 |
melkdistel |
dauwdistel:
dauwdistel (Q003p Genk, ...
Q003p Genk,
Q003p Genk)
|
[ZND 01 a-m (1922)]melkdistel [ZND 01 (1922)] || Zachte melkdistel (voor konijnen) [ZND 23 (1937)]
I-7, III-4-3
|
34226 |
melken |
melken:
mɛlkǝ (Q003p Genk),
mɛlkǝn (Q003p Genk)
|
Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.]
I-11
|
33778 |
melkgebit |
veulenstanden:
vīǝ.lǝstā.n (Q003p Genk)
|
Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a]
I-9
|
34079 |
melkgebit van kalveren |
kalvertanden:
kālvǝrtān (Q003p Genk)
|
[N 3A, 108a]
I-11
|
19514 |
melkkannetje |
melkpotje:
meͅləkpeͅtšə (Q003p Genk)
|
melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
34386 |
melkschaap |
melkschaap:
męlkšop (Q003p Genk)
|
Schaap van een ras dat vooral goed is voor de melk. [N 77, 1f; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
17624 |
melktanden |
melktanden:
melktan (Q003p Genk)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19930 |
melkzeef |
zij:
zęi̯ (Q003p Genk),
zijg:
zei̯x (Q003p Genk)
|
Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.]
I-11
|
25544 |
menggereedschap |
schuppe:
šɛpǝ (Q003p Genk)
|
De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b]
II-1
|
25545 |
mengmachine voor deeg |
kneedmachine:
knē̜masxin (Q003p Genk)
|
Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103]
II-1
|