20320 |
oude man |
bejaarde:
bejoorde (Q003p Genk),
oud mens:
man
ā mins (Q003p Genk),
oude man:
aë man (Q003p Genk),
də gujə āə man met ⁄t pērd dur ⁄t ijs gəzakt (Q003p Genk),
oude sul:
ā sul (Q003p Genk),
à sul (Q003p Genk),
oude, een ~:
dên āe (Q003p Genk)
|
bejaarde || De goede oude man is met het paard door t ijs gebroken en in het koud water gevallen (gebroken of gezakt?) [ZND 04 (1924)] || iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oude man [N 102 (1998)]
III-2-2, III-3-1
|
21763 |
oude mens |
oude mens:
ā mins (Q003p Genk)
|
oude man [N 102 (1998)]
III-3-1
|
28454 |
oude raat |
zwarte raat:
zwɛrtǝ rǭt (Q003p Genk)
|
Reeds bebroede raat. Doordat celbodem en celhoeken niet schoongemaakt worden, wordt het volume van de gebruikte raat kleiner. In een oude, veel bebroede raat worden kleinere bijen geboren dan in een nieuwe raat. Dit betekent minder honing. De kleur van de aanvankelijk witte en lichtgele raat is door herhaaldelijk broeden van bruin tot zwart geworden. Deze verkleuring wordt vooral in de hand gewerkt door de uitwerpselen der larven. [N 63, 13e]
II-6
|
28526 |
oude stok |
afgezwermde stok:
afgezwermde stok (Q003p Genk),
oude stok:
āǝ stok (Q003p Genk)
|
Volk dat achterblijft in de korf of kast, als er gezwermd wordt. [N 63, 38b]
II-6
|
20319 |
oude vrouw |
brommel:
vrouw
broehmel (Q003p Genk),
oude vrouw:
a vro (Q003p Genk),
ā vro (Q003p Genk),
àà vró (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
vrouw
à vro (Q003p Genk),
troela:
troela (Q003p Genk),
vrouw
troela (Q003p Genk)
|
een oude vrouw [ZND 05 (1924)] || iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oude vrouw [N 102 (1998)]
III-2-2, III-3-1
|
22317 |
oudejaarsavond |
oudjaarsavond:
aadjoorsooved (Q003p Genk)
|
Oudejaarsavond.
III-3-2
|
21762 |
ouden van dagen |
oude mensen:
ā minse (Q003p Genk)
|
ouden van dagen [N 102 (1998)]
III-3-1
|
20328 |
ouderlijk huis |
oudershuis:
aarshous (Q003p Genk)
|
oudershuis
III-2-2
|
20229 |
ouders |
ouders:
aars (Q003p Genk),
a͂a͂ərs (Q003p Genk),
znd 44, 27;
aajərs (Q003p Genk),
aars (Q003p Genk),
aaərs (Q003p Genk)
|
ouders [ZND 11 (1925)] || ouders; waar ligt het land van uw ouders? [ZND 44 (1946)]
III-2-2
|
18189 |
ouderwets |
ouderwets:
aërwets (Q003p Genk),
aərwets (Q003p Genk)
|
ouderwets || Ouderwets. [ZND 05 (1924)]
III-1-3
|