18978 |
smeerpoes |
smeerlap:
smierlap (Q003p Genk)
|
smeerlap, vuilerik
III-1-4
|
20924 |
smeren |
smeren:
smīǝ.rǝ (Q003p Genk)
|
Olie of vet in de naafbus doen om te voorkomen dat de asarmen vastlopen in de naafbus. [JG, 1a]
II-12
|
31987 |
smetten, afschrijven |
smetten:
smɛtǝ (Q003p Genk)
|
Met behulp van de smetlijn een rechte lijn aftekenen op een te zagen boomstam of ander hout. Zie ook het lemma ɛsmettenɛ in Wld II.9, pag. 216.' [N 50, 21a; N 53, 204a; monogr.]
II-12
|
19421 |
smeulen |
luimen:
loͅu̯mə (Q003p Genk),
smeulen:
t smeult onder de asch (Q003p Genk)
|
Hoe zegt ge wanneer iets brandt zonder vlam ? Het ... onder de as [ZND 42 (1943)] || smeulen
III-2-1
|
27252 |
smid |
smid:
smīǝ.t (Q003p Genk
[(mv smę.)]
)
|
In het algemeen een handwerksman die metaal, meestal ijzer, met behulp van hamers en andere gereedschappen bewerkt om er werktuigen of andere voorwerpen van te vervaardigen. Doorgaans wordt het metaal voor de verwerking in de smidsvuurhaard verhit en vervolgens op het aambeeld met behulp van smeedhamers in een bepaalde vorm gesmeed. Het woordtype vlammer (Q 113) is een afleiding van het werkwoord vlammen (vlɛmǝ) dat onder meer "slaan" kan betekenen. Vgl. ook RhWb II, kol. 548 s.v. Flammer, "Schmied".' [Wi 6; S 33; L 6, 78; L 8, 99; Weijnen BN 4, 6; N 33, 1a-b; monogr.]
II-11
|
31192 |
smidse |
smis(se):
smes (Q003p Genk)
|
In het algemeen de werkplaats van een smid en meer in het bijzonder de plaats waar de smidsvuurhaard is ondergebracht. Zie ook afb. 1. [N 33, 5; S 33; JG 1a; JG 1b; monogr.]
II-11
|
31196 |
smidsgereedschap |
getuig:
gǝtęjx (Q003p Genk)
|
De algemene benaming voor al het gereedschap van de smid. [L 19A, 13; monogr.]
II-11
|
31175 |
smidsvrouw |
smidswijf:
smī.ǝtswęjf (Q003p Genk)
|
De vrouw van de smid. [Wi 18a; monogr.]
II-11
|
28187 |
smoordeur |
deur met een schuif in:
deur met een schuif in (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Luchtdeur die voorzien is van een schuif of opening waardoor de hoeveelheid door te stromen lucht geregeld kan worden. [N 95, 216]
II-5
|
24244 |
snavel |
snavel:
snoavel (Q003p Genk)
|
snavel
III-4-1
|