19772 |
tuin |
hof:
huəf (Q003p Genk),
hūəf (Q003p Genk)
|
hof [ZND 04 (1924)] || hof, tuin
III-2-1
|
33506 |
tuinbonen |
paardsbonen:
pèèr(d)sboen (Q003p Genk)
|
tuinboon, labboon
I-7
|
33542 |
tuinkervel |
kelver:
kelver (Q003p Genk),
kèlver (Q003p Genk),
kervel:
keͅ.rvəl (Q003p Genk)
|
[Goossens 1b (1960)]kervel [ZND 01 (1922)]
I-7
|
33615 |
tuinman, boomkweker |
boomkweker:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
bomkwekər (Q003p Genk)
|
[RND 08]
I-7
|
30188 |
tuinmuur |
gevlochten muur:
gǝvloxtǝ mur (Q003p Genk)
|
Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d]
II-9
|
19512 |
tuit |
tuitel:
tetəl (Q003p Genk),
tētəl (Q003p Genk)
|
tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] || tuit, tuitel
III-2-1
|
27959 |
tunnelondersteuning |
tunnelbouw:
tunnelbouw (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Ondersteuning, bestaande uit twee ongeveer 4 m lange stijlen waarvan de bovenste helft gebogen is met een straal van 1.50 m. De gebogen einden van de stijlen worden met een paar zware lasplaten en bouten aan elkaar verbonden. De tunnelondersteuning wordt toegepast op plaatsen waar de gewone jukondersteuning niet toereikend is. [N 95, 342]
II-5
|
26795 |
turfspa |
turfschup:
tē̜rfšęp (Q003p Genk)
|
Afhankelijk van de plaats de gebruikelijke schop om turf te steken. In het algemeen een schop met een blad zo breed als een turf breed is en lang als een turf lang is of kan zijn. [N 18, 17; I, 55; monogr.]
II-4
|
28940 |
tussenbeenlengte - bij broeken |
tussenbeenlengte:
tussenbeenlengte (Q003p Genk)
|
Maat genomen van het kruis tot de grond. Zie afb. 29. [N 59, 47b]
II-7
|