e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorgevel buitenmuur: bǫwtǝ[muur] (Genk), gevel: gɛ̄vǝl (Genk) De muur die de voorzijde van het bouwwerk vormt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 33a; monogr.] II-9
voorhamer zware hamer: zwūrǝ hǭmǝr (Genk) Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c] II-9
voorhoofd gezicht: de ooren van ze gezicht (Genk), voorste van de kop: de aore van `t veerste van zənə kop (Genk) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1
voorklauw voorvoet: vīrvūt (Genk) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorknie knie: knęi̯ (Genk) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
voorkrimpen decatiseren: decatiseren (Genk) Het natmaken en weer droogpersen van de stof om te voorkomen dat deze later zal krimpen. [N 59, 81a] II-7
voorman, ploegbaas ploegbaas: ploegbaas (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Zwartberg, Eisden]) Ploegbaas of voorman op een werkpunt. Zie ook het lemma Schudgootbaas. [N 95, 163; monogr.; Vwo 23; Vwo 234] II-5
voorpand voorste: vø̄rstǝ (Genk), vērstǝ (Genk) Voorstuk van een jas, vest enz. [N 59, 93] II-7
voorschaar klein schalmpje: klē šɛlǝmkǝ (Genk), voorschalmpje: vīǝ.ršɛlǝmkǝ (Genk) De vóór het kouter geplaatste kleine schaar, die bij het ploegen de bovenste laag van de "harde voor" afschilt en deze met de mest en evt. onkruid in de open voor schuift. De in dit lemma vermelde meervoudsvormen zijn waarschijnlijk verstrekt naar aanleiding van een wentelploeg, die immers van twee boven elkaar staande voorscharen is voorzien. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma ploegschaar. [JG 1a + 1b + 1c; JG 2c ; N 11, 31.IV.a; N 11, 33f + g; N 11A, 85a; monogr.] I-1
voorschoot vooreind: vīrex (Genk) Volgens de informant van L 383 is de voorschoot blauw en volgens die van L 377 wit van kleur. [N 29, 102c; N 29, 102a; N 29, 102e; N 29, 102f; monogr.] II-1