| 26141 |
borst |
borst:
bǫrst (Q003p Genk)
|
Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2]
I-9
|
| 29043 |
borst inwerken |
opvullen:
opvęlǝ (Q003p Genk)
|
Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113]
II-7
|
| 17631 |
borsten |
memmen:
memme (Q003p Genk),
tetten:
tétte (Q003p Genk)
|
borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 17765 |
borstkas |
borst:
ich heb n ka op de borst (Q003p Genk),
ich hè ne kaa up de borst (Q003p Genk)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-1
|
| 28219 |
borstlamp |
borstlamp:
borstlamp (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits]),
phare:
phare (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden])
|
Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.]
II-5
|
| 33988 |
borstnet |
kleed voor de borst:
klē.t ˲vir dǝ bǫrst (Q003p Genk)
|
Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b]
I-10
|
| 18400 |
borstrok |
lijfje:
leͅifkə (Q003p Genk)
|
borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18248 |
borstspeld |
broche (fr.):
Fr. broche.
brosj (Q003p Genk),
spang:
spaŋ (Q003p Genk),
toespeld:
touspel (Q003p Genk)
|
sierspeld || speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] || veiligheidsspeld
III-1-3
|
| 29975 |
borstwering |
rugleuning:
rexlējǝneŋ (Q003p Genk)
|
Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.]
II-9
|
| 18528 |
borstzak(je) |
borstmaaltje:
borstmêëlke (Q003p Genk),
borstzak:
borstzak (Q003p Genk)
|
de buitenzak ter hoogte van de borst [N 59 (1973)]
III-1-3
|