20475 |
geslacht |
familie:
famiellie (L164p Gennep),
familie (L164p Gennep)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
aanspitsen:
ânspitse (L164p Gennep),
foeksen:
foekse (L164p Gennep),
naaien:
nääje (L164p Gennep),
opschrijven:
ópschrie.ve (L164p Gennep),
ritsen:
ritse (L164p Gennep),
roetsen:
roetse (L164p Gennep),
wiksen:
wikse (L164p Gennep)
|
gemeenschap hebben || gemeenschap hebben, paren
III-2-2
|
34063 |
geslachtsrijpe koe |
dekrijp (bijvgl. nmw.):
dɛkrīp (L164p Gennep)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
børxt (L164p Gennep),
bø̜rx (L164p Gennep)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gesneden gelt:
gǝsnei̯ǝ gēlt (L164p Gennep)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
e van gesp lang
schōēn mit ènne gĕsp (L164p Gennep),
gespel:
gé(.)spel (L164p Gennep),
snal (<du.):
Ân de schoe.n.
snal (L164p Gennep)
|
gesp || gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || riempje (met gesp)
III-1-3
|
25942 |
gestadige wind |
noordenwind:
nōrdǝwint (L164p Gennep)
|
Een constante, niet stotende wind. [N O, 9d]
II-3
|
33428 |
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen |
stamper:
stampǝr (L164p Gennep)
|
De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b]
I-6
|
18543 |
gestreepte broek |
gestreepte boks:
Sub gestriept.
gestriepte bóks (L164p Gennep),
streepjesboks:
striepkesbóks (L164p Gennep)
|
gestreepte broek || streepjesbroek (zwart en grijs)
III-1-3
|
22404 |
getalzijde van een geldstuk |
munt:
m"nt (L164p Gennep)
|
De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|