e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jojo jojo: jōjō (Gennep) Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bn.) jong: ⁄t kiend is nog joonk (Gennep) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje kloerts: ?  klŏĕrts (Gennep) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kaal: kaol (Gennep) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: joŋ (Gennep), jŏŏng (Gennep), WLD  ’n jóng (Gennep) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong van een rund jong: joŋ (Gennep) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bax (Gennep), big: bex (Gennep), keuje: kø̄i̯ǝ (Gennep), pog: pok (Gennep), pox (Gennep), pogje: pøxskǝ (Gennep) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: WLD  blĭĕk (Gennep) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge gans gansje: gęnskǝ (Gennep), ganzenkuiken: ganzǝkȳkǝ (Gennep) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lam: lām (Gennep), lammetje: lɛmpkǝ (Gennep) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12