e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bank van lening lommerd: Van Dale: lommerd, bank van lening, pandjeshuis.  lómmerd (Gennep) de instelling van gemeente of particulieren waar men geld krijgt op onderpand van onroerende goederen [bank van lening, lommerd, pandjeshuis] [N 89 (1982)] III-3-1
barbeel berm: bé.rm (Gennep), WLD  bèrm (Gennep) barbeel (witvis) || Hoe noemt u de barbeel: een zoetwatervis. De buikvinnen staan ver achter de borstvinnen, ter hoogte van de rugvin. Het lichaam is lang en slank en de staartvin is diep ingesneden. De bek heeft geen tanden, wel dikke lippen, waarvan de bovenste lange baard [N 83 (1981)] III-4-2
barensweeën pozen: cf. WNT s.v. "poos (I) - pooze"III, 1. 6) in het meervoud in Vl. België voor barensweeën  poozə (Gennep) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)] III-2-2
barmsijs sijsje: sijsje (Gennep) sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets barrevoets: bĕrrevoets (Gennep), Opg. bér(re)voets.  bérrevoets (Gennep), barvoets: Opg. bér(re)voets.  bérvoets (Gennep), op blote voeten: op blo.ətə vy.t (Gennep) barrevoets [SGV (1914)] || blootsvoets || blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: vör te wège  baskuul (Gennep) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
basiliek basiliek (<lat.): bazzeliek (Gennep) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
bazige vrouw manwijf: mànwīēf (Gennep) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: be̝ͅt (Gennep) bed [RND] III-2-1
beddek dek: deͅk (Gennep) beddek III-2-1