e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbrood krentenbrood: krintebroot (Gennep), krentenweg: krēntəweͅk (Gennep), Syst. Eijkman  krentəweͅk (Gennep), pruimpjesweg: prymkəsweͅk (Gennep), Syst. Eijkman  prymkəsweͅk (Gennep) krentebrood || krentenbrood [SGV (1914)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreukel knuffel: B.v. Mien bóks zit himmôl vol knoefels. [Van Dale: knuffel, 1. <gew.> stoot, a) kreukel]  knoefel (Gennep), kreukel: kreukel (Gennep, ... ) kreukel || ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen frommelen: froemələ (Gennep), gefroemelt (Gennep), knuffelen: [Van Dale: knuffel, 1. <gew.> stoot, a) kreukel]  knoevele (Gennep), B.v. Pas óp dat ówwe rok nie knoefelt. [Van Dale: knuffel, 1. <gew.> stoot, a) kreukel]  knoefele (Gennep), kreukelen: kreukelen (Gennep), verknuffelen: verknoefele, verknoe.vele (Gennep) kreukelen || kreuken || verkreukelen || zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen kreunen: krewune (Gennep), kuimen: kūūmə (Gennep) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] || kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kéérmə (Gennep) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
kreupelhout struik: WLD  strŭŭk (Gennep) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3
krib in de rivier krib: krib (Gennep) krib, dam van rijswerk, stenen en aarde om de bedding van een rivier te versmallen en zo de stroom te versterken, loodrecht of schuin op de oever aangebracht [bol] [N 81 (1980)] III-4-4
krielkip kriel: kril (Gennep) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgen krijgen: kriege (Gennep) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krijgertje spelen belle (fr.) spelen: bɛl sp"lə (Gennep), koning spelen: køneŋ sp"lə (Gennep) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] III-3-2