e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lege eerste koe schot: sxǫt (Gennep) Jong rund dat eenmaal heeft gekalfd, maar dat daarna niet meer drachtig wil worden of waarmee men niet verder wil fokken. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 25b; N C, 15; monogr.] I-11
leggen leggen: lègge (Gennep) leggen [SGV (1914)] III-1-2
legnest legnest: lęxnę̄st (Gennep) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
lei(en) lei(en): lei (Gennep) Een lei, de leien op het dak van de kerk [laj, lajje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
leiden leiden: lɛi̯ǝ (Gennep) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
lek geworden verraterd: vǝrrǫjǝrt (Gennep) Een lek in een vat of ton wordt meestal veroorzaakt door uitdroging van het hout waardoor de banden los gaan zitten en de duigen en bodemplanken niet meer tegen elkaar aan sluiten. [N E, 52] II-12
lekkerbek lekkerbek: lèkkerbèk (Gennep) lekkerbek; Hoe noemt U: Iemand die goed kan eten (lekkerbek, lekkertand, likkebaard, fijnbek, smulbaard, smuiger) [N 80 (1980)] III-2-3
lemen knikker pottendritser: pottendritser (Gennep) Lemen knikker; pottendraaier, arbeider in pottenfabriek (scherts). III-3-2
lende lende: leende (Gennep), lèènde (Gennep) lendenen [SGV (1914)] || lendenen [lenge, leene, leende] [N 10 (1961)] III-1-1
lente, voorjaar lente: leente (Gennep), voorjaar: vörjoar (Gennep), vroegjaar: vroegjaor (Gennep), vroegjoar (Gennep) lente [SGV (1914)] || voorjaar, lente III-4-4