25320 |
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter |
millimeter:
mieliemèètər (L164p Gennep)
|
het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
34112 |
miltkuilen |
hazenleger:
hǭzǝlē̜gǝr (L164p Gennep),
miltkuilen:
(enk)
mēltkyl (L164p Gennep)
|
Holten in het lijf van een niet fraai gebouwde koe. [N 3A, 146; monogr.]
I-11
|
34201 |
miltvuur |
miltvuur:
miltvuur (L164p Gennep)
|
Miltvuur is een bodemziekte. De smetstof blijft in de vorm van sporen jarenlang buiten het lichaam in de grond levensvatbaar. Door graven, door verschil in waterstand, misschien ook door mollen en regenwormen komen de sporen naar boven. Als het vee ze opneemt met het voedsel of binnenkrijgt door wonden, groeien ze in het lichaam uit en verspreiden zich met het bloed naar alle organen. Deze dodelijke ziekte heeft een snel verloop. Soms sterven de dieren zonder dat er voorafgaande verschijnselen konden worden opgemerkt ineens onder krampachtige stuipen. Meestal worden ze vrij plotseling hevig ziek met hoge koorts en verschijnselen van pijn en zijn ze binnen 24 uur dood. Bloedige uitvloeiingen uit neus, mond, aars en kling komen veel voor, vooral na de dood. De slijmvliezen zijn hoog roodblauw gekleurd (Berns 1983, blz. 141). Zie ook het lemma ''miltvuur'' in wbd I.3, blz. 475-476. [N 3A, 87; A 48A, 22; monogr.]
I-11
|
19360 |
minachten; minachtend |
weinig tellen:
wénnig téllə (L164p Gennep)
|
blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18795 |
minderen |
minderen:
mindere (L164p Gennep)
|
minderen [SGV (1914)]
III-1-3
|
20406 |
minderjarig |
minderjarig:
jong
minderjörrig (L164p Gennep),
onmondig:
oud
ŏŏnmundig (L164p Gennep)
|
minderjarig [SGV (1914)]
III-2-2
|
20177 |
miskraam |
miskraam:
miskraom (L164p Gennep)
|
Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
18141 |
mismaakt |
mismaakt:
mismākt (L164p Gennep)
|
mismaakt [SGV (1914)]
III-1-2
|
24544 |
mispel |
mispel:
mispel (L164p Gennep)
|
mispel
III-4-3
|
25166 |
mist, nevel (alg.) |
damp:
(algemeen)
damp (L164p Gennep),
mist:
(zonder onderscheid)
mist (L164p Gennep),
mot:
dichte mist
mòt (L164p Gennep)
|
mist en nevel [DC 27 (1955)]
III-4-4
|