18712 |
regenpijpen |
regenpijpen:
rèègenpie.pe (L164p Gennep)
|
regenbroek
III-1-3
|
24308 |
regenworm |
dauwpier:
dowpie.r (L164p Gennep),
dikke pier
douwpier (L164p Gennep),
pier:
pie-ier (L164p Gennep),
pie.r (L164p Gennep),
pier (L164p Gennep),
n dikke pier = douwpier
pier (L164p Gennep),
worm:
wörm (L164p Gennep)
|
pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm [DC 40 (1965)]
III-4-2
|
19760 |
regulateur |
regulateur:
regulateur (L164p Gennep)
|
Toestel dat de loper bij grotere draaisnelheid automatisch doet zakken. Belangrijkste onderdelen van de regulateur zijn in het algemeen twee stalen bollen die ieder hangend aan een arm zich onder invloed van de middelpuntvliedende kracht naar buiten willen bewegen. De einden van de armen zijn via twee stangen verbonden met een schuifstuk om de regulateur-as. Wanneer het toerental oploopt en de kogels dus naar buiten bewegen, nemen ze het schuifstuk mee omhoog of bewegen het juist naar beneden al naar gelang de constructie. Aan dit meedraaiende schuifstuk is een stilstaande ring bevestigd die mee op en neer beweegt. Hieraan is weer een hefboom verbonden die via diverse stangen de pasbalk op en neer beweegt en dus de steen meer of minder omhoog of omlaag brengt (Wiesner, pag. 106). [N O, 35g]
II-3
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
kŏffer (L164p Gennep),
kóffər (L164p Gennep),
valies (<fr.):
valies (L164p Gennep)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)]
III-3-1
|
21196 |
reizen |
op reis gaan:
óp rēīs gaon (L164p Gennep, ...
L164p Gennep)
|
een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] || het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19388 |
rek |
rek:
rek (L164p Gennep)
|
Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21378 |
rekening |
rekening:
èn rêkening sture (L164p Gennep)
|
sturen [een rekening ~] [SGV (1914)]
III-3-1
|
23403 |
relikwie |
relikwien:
rillekwiee (L164p Gennep)
|
De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23404 |
relikwiekastje |
relikwienkastje:
rillekwieekeeske (L164p Gennep)
|
Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21358 |
rente |
rente:
rinte (L164p Gennep)
|
rente [SGV (1914)]
III-3-1
|