e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verteerde mest kort mest: kǫrt [mest] (Gennep) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertikale paal in een poort middenstijl: medǝstīl (Gennep) Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c] I-6
vertrouwen er van op aan kunnen: gə kēūnt ⁄r van óp èn (Gennep), er vanop aankunnen: gə kēūnt ⁄r van óp èn (Gennep) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
vervanger remplaant (fr.): ramplàssánt (Gennep) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1
vervelend werk fiemelwerk: fiemel wèèrek (Gennep) vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)] III-1-4
verveling verveling: vervèèling (Gennep) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] III-1-4
vervoerbewijs kaartje: kártjə (Gennep) het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)] III-3-1
verwaarlozen niks om geven: niks um gèèvə (Gennep) geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)] III-1-4
verwachting iets verwachten: iets verwááchtə (Gennep) het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)] III-1-4
verwantschap familie: famiellie (Gennep) het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)] III-2-2