e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broedse kip die men niet wil laten broeden kloekse kip: kluksǝ kip (Gennep) [N 19, 43b] I-12
broeibak broeibak: broejbak (Gennep) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen boks: bŏŏks (Gennep), bóks (Gennep), hej hiel zien boks op mit ènne lère boksebaand (Gennep), enkele oude mannen dragen nog een klepboks  boks (Gennep) broek || broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekkettingen achterbokskettingen: axtǝrbokskęteŋǝ (Gennep) Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79] I-10
broekland, moeras moeras: moeras (Gennep) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp boksenpijp: bóksepie.p (Gennep) broekspijp III-1-3
broeksriem boksenband: bóksenba.nd (Gennep), hej hiel zien boks op mit ènne lère boksebaand (Gennep) broekriem || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] III-1-3
broer broer: bruu.r (Gennep), bruur (Gennep, ... ) broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)] || broer, broeder || broer; mijn broer is achttien, mijn zusteer twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
brommen, zoemen van een insect brommen: brŏŏmme (Gennep) brommen [SGV (1914)] III-4-2
bromtol bromtol: met muziek  brŏŏmtol (Gennep), huiltol: huultol (Gennep) Draaitol, bromtol. || tol (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2