e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
endeldarm gatdarm: gatdèrm (Gennep) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
enig kind einzig, een -: énsig (Gennep), einzigest, een -: énsigst (Gennep) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: ēnkel (Gennep), inkel (Gennep) enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
enkele kunstmestsoorten slakken: slakǝ (Gennep) In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd ge√Ønformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.] I-1
enten enten: ēntə (Gennep), inte (Gennep) [RND 10] [SGV (1914)] I-7
enter eenwinter: ēnwēntǝr (Gennep), ēwēntǝr (Gennep) Rund dat één jaar oud is. [N C, 9d; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] I-11
envelop omslag: umslàg (Gennep) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
er heet aan toegaan spannen: spànnə (Gennep) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog boog: bōͅx (Gennep) Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] III-3-2
erf erf: ɛ̄rəf (Gennep), plaats: plɛts (Gennep) I-7