| 19681 |
de was bleken |
bleken:
blēikə (Q173p Genoelselderen),
blĕke (Q173p Genoelselderen)
|
de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
| 20808 |
deeg |
deeg:
dēͅx (Q173p Genoelselderen),
dèg (Q173p Genoelselderen)
|
zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)]
III-2-3
|
| 24407 |
dekken |
springen:
(de beer heeft) gǝsproŋǝ (Q173p Genoelselderen)
|
Het bevruchten van het vrouwelijk varken door het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 43, 20b; monogr.]
I-12
|
| 19704 |
deksel |
deksel:
deksəl (Q173p Genoelselderen),
deͅksəl (Q173p Genoelselderen),
dèksəl (Q173p Genoelselderen)
|
deksel [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)]
III-2-1
|
| 33916 |
dempig |
dempetig:
dɛmpǝtex (Q173p Genoelselderen)
|
Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6]
I-9
|
| 22087 |
dennennaalden |
dennennaalden:
denənølə (Q173p Genoelselderen)
|
dennenaald [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
| 19167 |
deugniet |
deugeniet:
ook materiaal znd 23,4
døgəni (Q173p Genoelselderen)
|
deugniet [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
| 21310 |
dief |
schelm:
šelm (Q173p Genoelselderen)
|
dief [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
| 32690 |
diep |
diep:
dīp (Q173p Genoelselderen)
|
In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.]
I-1
|
| 24300 |
dier, beest |
beest:
hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011
bees (Q173p Genoelselderen),
bes (Q173p Genoelselderen),
ook in ZND 23, 009
beͅs (Q173p Genoelselderen)
|
beest [ZND 01 (1922)] || dier [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|