e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gerdingen

Overzicht

Gevonden: 508
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kom kom: koəm (Gerdingen, ... ) een kom, twee kommen (rond en diep) [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-2-1
komen komen: komə (Gerdingen) komen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
konijn konijn: knie:n (Gerdingen) konijn [ZND 42 (1943)] III-2-1
koning koning: ki[ə}neͅŋ (Gerdingen), kī[ə}niŋ (Gerdingen) koning [ZND 28 (1938)], [ZND m] III-3-1
koning in het kaartspel heer: hier (Gerdingen) Koning: Hoe heet schoppen heer of schoppen koning (in een kaartspel)? [ZND 42 (1943)] III-3-2
kool, algemeen: een krop kool kool: kīəl (pl) (Gerdingen) [ZND m] I-7
koor koor: də kuər van də kərək (Gerdingen) Het (of de?) koor van de kerk. [ZND 28 (1938)] III-3-3
koorts koorts: kōͅrs (Gerdingen), koͅrs (Gerdingen), koͅrsə (Gerdingen) hij heeft (de) koorts [ZND 28 (1938)] || koorts [ZND m] III-1-2
kopje jatte (fr.): žàt (Gerdingen) kopje, tas [ZND 28 (1938)] III-2-1
korst korst brood: verzamelfiche, ook materiaal van ZND 01 (a-m vraag 23 a en b zijn samengevoegd.  korst brōōd (Gerdingen) eerste (verse) en laatste (oudbakken) korst van het brood [ZND 02 (1923)] III-2-3