20503 |
veel drinken |
zuipen:
zūpə (L360a Gerdingen)
|
zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
34244 |
vel op gekookte melk |
vel:
vɛl (L360a Gerdingen)
|
Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b]
I-11
|
20943 |
vel op melk |
vel:
ook mat. van ZND 14, vr. 23
vɛl (L360a Gerdingen)
|
velletje op melk [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
34657 |
vering |
amortisseurs:
amortisseurs (L360a Gerdingen),
vering:
vē̜reŋ (L360a Gerdingen)
|
Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr]
I-13
|
18002 |
verkleumd |
verkleumd:
vərklømt (L360a Gerdingen)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ich ben verkautch (L360a Gerdingen)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
lichte verkoudheid:
lichte verkaatchheid (L360a Gerdingen),
verkoudheid:
lichte verkaatchheid (L360a Gerdingen),
zworre verkaatchheid (L360a Gerdingen),
zware verkoudheid:
zworre verkaatchheid (L360a Gerdingen)
|
Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
vərlĕzə (L360a Gerdingen)
|
Verliezen. [ZND m]
III-3-2
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
əi kneͅpkə (L360a Gerdingen)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
əi kwārtjə (L360a Gerdingen)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|