e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gerdingen

Overzicht

Gevonden: 508
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veel drinken zuipen: zūpə (Gerdingen) zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] III-2-3
vel op gekookte melk vel: vɛl (Gerdingen) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11
vel op melk vel: ook mat. van ZND 14, vr. 23  vɛl (Gerdingen) velletje op melk [ZND 06 (1924)] III-2-3
vering amortisseurs: amortisseurs (Gerdingen), vering: vē̜reŋ (Gerdingen) Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr] I-13
verkleumd verkleumd: vərklømt (Gerdingen) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
verkouden ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he: ich ben verkautch (Gerdingen) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)] III-1-2
verkoudheid lichte verkoudheid: lichte verkaatchheid (Gerdingen), verkoudheid: lichte verkaatchheid (Gerdingen), zworre verkaatchheid (Gerdingen), zware verkoudheid: zworre verkaatchheid (Gerdingen) Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] III-1-2
verliezen verliezen: vərlĕzə (Gerdingen) Verliezen. [ZND m] III-3-2
vijf centiem knabje: əi kneͅpkə (Gerdingen) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: əi kwārtjə (Gerdingen) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1