id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
31925 | neus van de lepelboor | naas: nās (Geulle) | Het aangescherpte, half bolvormige uiteinde van de lepelboor. [N 53, 162b] II-12 |
18343 | neus van een schoen | naas: naas (Geulle), tip: tup (Geulle) | Het voorste deel van de schoen, dat de tenen omsluit (neus, neuslap) Zie tek. 23. [N 60 (1973)] || neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3 |
34222 | neusklem | naasring: nāsreŋk (Geulle) | Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11 |
31134 | neuslap | vleugelnaas: vlø̄gǝlnās (Geulle), voorste tip: (mv) vø̄rstǝ tøpǝ (Geulle) | Reparatiestuk voor de neus van de schoen. [N 60, 233e] II-10 |
20482 | nicht | nicht: nex (Geulle), nichtje: nexšə (Geulle, ... ) | nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2 |
34208 | nierbekkenontsteking | dresen: drēšǝ (Geulle) | Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11 |
34149 | niet bevrucht | leeg: lē̜x (Geulle), mans: mans (Geulle) | Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18] I-11 |
24716 | niet gedijen | niet aarden: neet aarde (Geulle) | Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3 |
25391 | niet goed gebroeid | verbrand: vǝrbrant (Geulle) | Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.] II-1 |
21654 | niet gunnen | inhouden: ingehauwe (Geulle) | ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1 |