e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teek teek: teek (Geulle) teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)] III-4-2
teen teen: teeën (Geulle), teèn (Geulle) teen (toon) [DC 01 (1931)] III-1-1
teenstuk stootlap: stoǝtlap (Geulle) Reparatielapje onder de schoenzool, aan de teen. [N 60, 233d] II-10
teenstuk [wld ii.10, p. 60] stootlap: stoatlap (Geulle) Het lapje onder de schoenzool, aan de teen (teenstuk, stootlap, stuitstuk) [N 60 (1973)] III-1-3
tegelsnijder snijmachine: snimašin (Geulle) Werktuig waarmee tegels gesneden kunnen worden. Er zijn verschillende modellen en uitvoeringen. De 'tegelsnijbeugel' bestaat uit een u-vormig gebogen metalen staaf waarbij aan één uiteinde een rubberen aandrukwiel en aan het andere een hardstalen wieltje is aangebracht. Met behulp van het snijwieltje wordt de glazuurlaag van de tegel ingekerfd. Bij de 'tegelsnijmachine' wordt het snijwieltje met behulp van een hefboom tegen de glazuurlaag van de tegel gedrukt. [N 32, 42a] II-9
tegelzetter tegelzetter: tē̜gǝlzętǝr (Geulle) Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e] II-9
tegen de bal schoppen stampen: sjtampe (Geulle) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tekenaar afschrijver: āfšrīvǝr (Geulle) De persoon die de werktekeningen maakt. [N 53, 205c] II-12
tekenen een model maken: ǝn modɛl mākǝ (Geulle) ksitęjkǝnǝ L 271; een constructietekening maken: ęjn kǫnštrøksitęjkǝne [N 53, 205a] II-12
telefoon telefoon: tillefoon (Geulle) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1