id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
21211 | telefooncel | cel: cel (Geulle), telefooncel: tillefooncel (Geulle) | het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1 |
21208 | telegram | telegram: tillegram (Geulle) | een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] III-3-1 |
18840 | teleurgesteld (worden) | bedonderd: bedonderd (Geulle), bedrogen: bedraoge (Geulle) | in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4 |
18984 | teleurstellen | tegenvallen: tège valle (Geulle) | niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19253 | ten einde brengen | afmaken: afmaake (Geulle) | een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
23638 | ten offer gaan | ten offer gaan: Ten offer gaan gebeurt alleen bij een begrafenisdienst er worden dan bidprentjes uitgereikt. ten offere gaon (Geulle, ... ) | De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)] || De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
34320 | tepel, tet | mam: mam (Geulle), tet: tęt (Geulle) | Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12 |
20477 | ter begrafenis gaan | naar de begrafenis gaan: nao de begraafenis goan (Geulle) | een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] III-2-2 |
19347 | tevreden; tevredenheid | content: kontent (Geulle), plezier: plezeer (Geulle) | tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19554 | theelepeltje | suikerlepeltje: sokkerlepelke (Geulle) | theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)] III-2-1 |