e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

Gevonden: 4139
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijver dwarsligger: dwèrsjligger (Geulle), spelbreker: sjpelbrèèker (Geulle) iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze streek domme streek: ⁄n dom sjtreek (Geulle) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze, onbezonnen daad lompigheid: lompigheit (Geulle), stommigheid: sjtommigheit (Geulle) een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)] III-1-4
dweil dweil: dweil (Geulle, ... ) grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)] III-2-1
dweilen dweilen: dweilen (Geulle, ... ) stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
dwingen dwingen: dwinge (Geulle), nopen: noope (Geulle) het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)] III-1-4
eau de cologne eau de cologne (fr.): o de clojn (Geulle) reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)] III-1-3
eb, laagtij laag water: ljèg water (Geulle), val: de "val (Geulle) eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)] III-4-4
echo echo: echo (Geulle), nagalm: naogalm (Geulle) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4
echtgenoot mens: minsch (Geulle) de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] III-2-2