e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
proppenschieter knapbus: knapbus (Geysteren) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
prostituée flots: floets (Geysteren) vrouw van lichte zeden III-2-2
provisiekast botterhamskastje: botəramskɛ̄stjə (Geysteren) klein kastje in de keuken waar alles instond wat men voor het dagelijks gebruik, vooral bij de broodmaaltijd, nodig had III-2-1
provisiekast, etenskast spinde: spint (Geysteren) spinde, provisiekast III-2-1
pruim pruim: proem (Geysteren), reine claude (fr.): ringeloeët (Geysteren), tafelpruim: gedroogde blauwe pruim uit california  taofelproem (Geysteren) pruim || pruim, reine claude || tafelpruim I-7
pruimen pruimen: prumə (Geysteren) tabak pruimen III-2-3
pruimenvlaai pruimenvlaai: pruməflāi̯ (Geysteren) pruimenvlaai III-2-3
prutsen fisternllen (rh.): fiesternölle (Geysteren), hoddelen: hoddele (Geysteren), knoddelen: knoddele (Geysteren), knommelen: knómmele (Geysteren), knungelen: knungele (Geysteren) knoeien, prutsen || ondeugdelijk waardeloos werk doen || prutsen, iets doen zonder betekenis || prutsen, onhandig bezig zijn || prutsen, prullerig werk maken of doen III-1-4
prutser hampelaar: hāmpeler (Geysteren), hampelmann (du.): hāmpelman (Geysteren), klooierd: klojjerd (Geysteren), knoddelaar: knoddeler (Geysteren) knoeier, prutser || onhandig manlijk persoon || prutser III-1-4
prutswerk fiemelwerk: fiemelwerk (Geysteren), knommelarij: knómmeleri-j (Geysteren) ondeugdelijk waardeloos of uitvoerig en omslachtig werk || prutswerk, peuterwerk III-1-4