e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ranzig garst: garst spek: ranzig spek  garst (Geysteren) ranzig III-2-3
rapen omrapen: ømrāpǝ (Geysteren) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp muskaatrijf: bəsxōͅtrif (Geysteren) rasp om muskaatnoten te raspen III-2-1
raspen rijven: rīvə (Geysteren) raspen III-2-1
rechtop rechtop: rēchtóp (Geysteren) rechtop III-4-4
rechtvaardig rechtvaardig: rechtvèèrdig (Geysteren) rechtvaardig III-1-4
reeks, rij rits: rits (Geysteren) rij, reeks III-4-4
regenworm pier: pier (Geysteren), worm: ö lang  wörm (Geysteren) regenworm || worm III-4-2
rest in het glas klats: klats (Geysteren) vochtresten, drankresten, b.v. van bier in de glazen III-2-3
restant insecten mulder: mölder (Geysteren), rupsenzaad: roepsezāōd (Geysteren) draaikever op het water || rupsenzaad, uitwerpselen van een rups III-4-2