e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1782
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagel nagel: naagel (Geysteren), ná:gəl (Geysteren) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagras, tweede hooioogst nagras: nǫgrās (Geysteren) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
nascharren, naoogsten scharren: sxarǝ (Geysteren) De akker naoogsten met een rijf of houten hark. De boer deed dit doorgaans zelf, in tegenstelling tot het aren lezen dat dan door anderen werd gedaan. Zie de toelichting bij het lemma ''aren lezen'' (5.2.4). [N 15, 38a; JG 1a, 1b; L 34, 40; monogr.; add. uit N 15, 35; N 18, 93] I-4
nauw, eng strak: Toe strak: straks (pas geleden).  strak (Geysteren) strak, nauwsluitend III-4-4
navel navel: navel (Geysteren) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
neef neef: neen  nèf (Geysteren) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nek nek: nek (Geysteren), nèk (Geysteren) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nerf van de weide groes: grūs (Geysteren), weizool: węi̯zǭl (Geysteren) Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.] I-3
nest bocht: ook: materiaal waaruit he nest is gebouwd  bōcht (Geysteren) nest III-4-1
neus neus: neus (Geysteren, ... ) neus [DC 01 (1931)] III-1-1