e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geysteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onnozel onnozel: ónnuuëzel (Geysteren) onnozel III-1-4
onnozel persoon gewaaide, een -: gewejde (Geysteren), suusje: suuëske (Geysteren) halfgare, onnozele || onnozel iemand III-1-4
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: Onnuu:zele kiender (Geysteren) Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)] III-3-2
onrustig onrustig: ónröstig (Geysteren) onrustig III-1-4
ontbijt eerste koffie, de -: urste koffie (Geysteren) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 7 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
onvolgroeide vrucht krot: krod (Geysteren) kleine vrucht I-7
onvruchtbare geit kween: kwēn (Geysteren) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12
onvruchtbare koe kween: kwēn (Geysteren) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui hommelschoer: hómmelschoeër (Geysteren), schoer: schoeër (Geysteren) donderbui, onweersbui III-4-4
onweerx onweer: ónwèèr (Geysteren) onweer III-4-4