21274 |
geld |
geld:
gɛlt (L214a Geysteren),
xɛ.lt (L214a Geysteren)
|
geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
24578 |
gelderse roos |
sneeuwbal:
sni-jbāl (L214a Geysteren)
|
sneeuwbal, gelderse roos
III-4-3
|
24488 |
gele narcis |
paasbloem:
paosbloem (L214a Geysteren),
gele narcis
paosbloem (L214a Geysteren, ...
L214a Geysteren,
L214a Geysteren,
L214a Geysteren,
L214a Geysteren,
L214a Geysteren)
|
narcis, gele — || wilde narcis
III-4-3
|
19101 |
gemak |
gemak:
gemak (L214a Geysteren)
|
gemak, kalmte
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemäkkelijk ütgevalle zien: gemakkelijk uitgevallen zijn
gemäkkelijk (L214a Geysteren)
|
gemakkelijk
III-1-4
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L214a Geysteren),
smerig:
smerrig (L214a Geysteren)
|
gemeen, slecht || vuil, smerig, gemeen
III-1-4
|
18958 |
gemene vrouw |
kwade prij:
en kwaoj prie (L214a Geysteren),
tang:
tang (L214a Geysteren)
|
een boze vrouw || kwade vrouw
III-1-4
|
18814 |
gemoed |
gemoed:
gemōēd (L214a Geysteren)
|
gemoed
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
pachtplaats:
pāxtplats (L214a Geysteren)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
18939 |
gereed |
klaar:
klaor (L214a Geysteren),
klāōr (L214a Geysteren),
vaardig:
verrig (L214a Geysteren)
|
gereed || gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar, gereed
III-1-4
|