23195 |
allerheiligen |
allerheiligen:
Allerhellige (L214a Geysteren)
|
Allerheiligen. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
23196 |
allerzielen |
allerzielen:
Allerziele (L214a Geysteren)
|
Allerzielen. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
24520 |
alsem |
els:
vooral bekend in drankjes
ēls (L214a Geysteren)
|
alsem, plant
III-4-3
|
24297 |
alver |
avel:
avel (L214a Geysteren)
|
vorentje, karpertje (witvis)
III-4-2
|
32786 |
andere eggen |
pin[eg]:
pen[eg] (L214a Geysteren)
|
Dit lemma bestaat grotendeels uit egbenamingen die - vrijwel zonder nadere toelichting - werden opgegeven in antwoord op woordvragen (pineg, spijkereg, beiteleg, worteleg, wenteleg en slede-eg). Voor ''eg'' en ''eg'' zie het lemma ''eg''. [N 11, 72a + c + d + g + i + j; N 11A, 168 + 169a + c + e + f + i + j; div.; monogr.]
I-2
|
25102 |
andere soorten regen |
avondsregen:
avondregen
āōvesrège (L214a Geysteren)
|
regen die aanhoudt tot de avond
III-4-4
|
20656 |
andijvie |
andijvie:
andievie (L214a Geysteren),
andūēvie (L214a Geysteren)
|
andijvie
I-7
|
33621 |
anjelier |
stankviool:
stankviool (L214a Geysteren),
violet:
fulet (L214a Geysteren)
|
[DC 17 (1949)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
stinkviolet:
stīnkflet (L214a Geysteren),
Anjer
stinkflet (L214a Geysteren, ...
L214a Geysteren,
L214a Geysteren,
L214a Geysteren,
L214a Geysteren,
L214a Geysteren),
violet:
flet (L214a Geysteren),
-
fulet (L214a Geysteren)
|
anjer || tuinanjer [DC 17 (1949)]
III-2-1
|
33488 |
appel, overige soorten |
appel:
appel (L214a Geysteren),
kersappeltje:
kersäppelkes (L214a Geysteren)
|
appel || appeltjes, zo groot als kersen
I-7
|